Horen en begrijpen

  • Speelt vrolijk mee met spelletjes als “kiekeboe”
  • Draait en kijkt in de richting van geluiden
  • Luistert wanneer er gesproken wordt
  • Herkent veelvoorkomende woorden zoals “schoen”, “voet” en “hap”
  • Begint te reageren op verbale verzoeken (bijv. “Kom hier” of “Nog een keer?”)

Spreken

  • Brabbelen heeft zowel korte als lange klankgroepen, bijvoorbeeld “tata upup bibibibi”
  • Gebruikt spraak of geluiden i.p.v. huilen om aandacht te trekken
  • Gebruikt gebaren om te communiceren (zwaaien, armen omhoog houden om opgepakt te worden)
  • Imiteert verschillende spraakgeluiden
  • Spreekt met een of twee woorden (hallo, papa, mama, kom) rond de eerste verjaardag, sommige klanken kunnen nog onduidelijk zijn